De oplettende lezer denkt: 'Met het Stevelduct van hoog naar laag, dat zou kunnen, maar nu terug. Hoe kom je met een Stevelduct van laag naar hoog, dus ‘landopwaarts’? Water stroomt, zoals we met de natuur hebben afgesproken, immers altijd van hoog naar laag. Welnu, je hebt een punt.
Laten we eens een route in gedachten nemen, bijvoorbeeld de route van de Maasvlakte aan de Noordzee naar Duisburg in Duitsland, om aannemelijk te maken dat het inderdaad mogelijk is het Stevelduct landopwaarts te laten functioneren en de Stevelaars al stevelend in Duisburg aan te laten komen.
De afstand hemelsbreed tussen de Maasvlakte en Duisburg is nog geen 200 kilometer. Duisburg is gelegen op een hoogte van 31 m boven NAP. Langs Duisburg stroomt de Rijn, die zich al meanderend pas na de grens in de Nederlandse delta vertakt en op 0 m NAP in de Noordzee uitstroomt. Om in dit voorbeeld Duisburg te bereiken is het traject gemakshalve in vijf gelijke etappes, zogenaamde panden, van elk 40 km opgedeeld. Een liftinstallatie brengt de Stevelaars naar de toegang van het pand dat 15 m hoger is gelegen dan het voorgaande pand (rode pijltjes). Voor de gegarandeerde werking is een verhang benodigd van 20 cm per km. Over de lengte van 40 km vervalt het water dus 8 m waardoor 7 m in hoogte wordt gewonnen. Over vijf panden is dat 5 X 7 m = 35 m. Voldoende dus.
N.b. Deze twee plaatsen worden niet voor niets in dit voorbeeld gebruikt; het zijn de twee voornaamste landingsplaatsen voor containers in de achterlandcorridor.
© 2017 AADVISE Adviesbureau, Den Haag.